Harry potter en de relieken van de dood (klas 3)
Harry moet in dit laatste boek de opdracht die hij van Perkamentus heeft gekregen voltooien, samen met Ron en Hermelien, zijn beste vrienden, die vastberaden zijn om hem te helpen. Deze geheimzinnige opdracht is de overgebleven gruzielementen vernietigen, die Voldemort gebruikt heeft om daar een stukje van zijn ziel in te verstoppen; niemand mag het drietal helpen, omdat er maar heel weinig mensen te vertrouwen zijn.
Terwijl Voldemort steeds machtiger wordt, moet Harry met Ron en Hermelien gaan kamperen, omdat ze nergens meer veilig zijn en er een hoge beloning op hun hoofden staat. Perkamentus heeft wel iets voor ieder achtergelaten, wat ze allemaal uitvoerig bestuderen. Harry breekt in op het Ministerie van Toverkunst en weet het eerste gruzielement te bemachtigen, het Medaillon van Zwadderich. Met het Zwaard van Griffoendor, dat ze daarna vinden, weten ze het te vernietigen. Een tijdje later breken ze in bij Goudgrijp, de tovenaarsbank, en stelen daar de Beker van Huffelpuf, die ook vernietigd wordt.
Harry begint bezeten te raken door de relieken van de dood, de Onzichtbaarheidsmantel (die Harry al heeft), de Steen van Wederkeer, waarmee doden teruggeroepen konden worden en de Zegevlier, de toverstaf die geen duel verliest.
Op Zweinstein vinden ze de Diadeem van Ravenklauw, die ze in de kamer van hoge nood vinden. Deze wordt per ongeluk vernietigd door een vriend van Draco Malfidus. Inmiddels wordt Zweinstein belegerd door de aanhangers van Voldemort en op het moment dat er een tijdje rust is, offert Harry zich op door naar Voldemort te gaan. Harry wordt vermoord en komt op een plek waar Perkamentus ook is. Perkamentus vertelt hem dat hij expres is vermoord, dat Voldemort hem niet vermoord heeft, maar het gruzielement, dat zijn litteken was, en dat hij, Harry, de rechtmatige eigenaar van de Zegevlier is geworden.
Harry komt terug in de echte wereld en staat nu tegenover Voldemort, die nu sterfelijk is, omdat ook Nagini gedood is door Marcel Lubbermans. Voldemort spreekt de Avada Kadevravloek uit, terwijl Harry tegelijkertijd de Expelliarmusspreuk zegt. De doodsvloek kaatst terug op Voldemort zelf, omdat hij niet de rechtmatige eigenaar is van de Zegevlier, die in de handen van Harry Potter valt. Harry gebruikt hem om zijn oude toverstok te repareren en besluit de Zegevlier terug te leggen in de witte tombe van Perkamentus.
Maak jouw eigen website met JouwWeb